
Geconfronteerd met de toenemende complexiteit van administratieve procedures en de potentiële vergissingen die deze met zich meebrengen, merken ombudsmannen dat een aanzienlijk deel van de klachten betrekking heeft op administratieve besluiten die zijn genomen in een context waarin een vergissing had kunnen worden gecorrigeerd.
Tegen deze achtergrond is een nieuw concept in opkomst op het gebied van goed bestuur: het recht op vergissing, met als doel een vertrouwensrelatie tot stand te brengen tussen burgers en de overheid. Dit principe, dat al in Frankrijk en Nederland in de wet is opgenomen, was het onderwerp van een resolutie die in 2021 door de Belgische Senaat werd aangenomen en is nu opgenomen in verschillende recente regeerakkoorden.
Het recht op vergissing is gebaseerd op een eenvoudige maar essentiële premisse: vertrouw de burger en ga ervan uit dat hij te goeder trouw handelt. Deze paradigmaverschuiving vraagt om een diepgaande cultuuromslag binnen de overheid, die de voorkeur moet geven aan een welwillende en educatieve aanpak in plaats van een strikt bestraffende logica.
Een wetgevend kader voor een menselijkere overheid
Wettelijke erkenning van het recht op vergissing zou burgers niet alleen in staat stellen om dit recht in te roepen in hun contacten met de overheid, maar ook om het te doen gelden voor een rechtbank. Door dit recht in de wet vast te leggen, zouden ambtenaren ook gerustgesteld worden in hun beslissingen, omdat ze een duidelijk, niet-arbitrair kader krijgen om rekening te houden met correcties van burgers.
Dit beginsel stelt de fraudebestrijding niet ter discussie. Integendeel, het is bedoeld om onderscheid te maken tussen te goeder trouw gemaakte vergissingen en opzettelijke overtredingen, om zo een grotere efficiëntie van de administratieve diensten te garanderen en tegelijkertijd het vertrouwen tussen de burgers en de staat te versterken.
Een engagement voor een moderne en toegankelijke administratie
Voor Ombudsman.be moeten verschillende sleutelelementen geïntegreerd worden in deze wettelijke erkenning:
- De mogelijkheid voor burgers om een vergissing recht te zetten binnen een redelijke termijn, op eigen initiatief of na een expliciete uitnodiging van de administratie.
- Een verplichting voor burgers om te goeder trouw te handelen, waardoor elke poging tot fraude wordt uitgesloten.
- Verduidelijking van de rol van de overheid bij het ondersteunen en informeren van burgers.
De invoering van een dergelijk wettelijk kader zou een belangrijke stap zijn in de richting van een transparantere en toegankelijkere overheid die de rechten van burgers respecteert.
Conclusie
Het wettelijk vastleggen van het recht op vergissing is een belangrijke stap in de richting van een eerlijker en menselijker bestuur. Door dit principe officieel te erkennen, zou de Belgische overheid een sterk signaal afgeven ten voordele van een samenleving gebaseerd op vertrouwen en samenwerking.